De afzettingen in de bodem zijn op een hiërarchische manier onderverdeeld in zogenoemde lithostratigrafische eenheden. Het niveau van indeling loopt van groep naar formatie, laagpakket en, als kleinste eenheid, laag. In de Stratigrafische Nomenclator wordt deze opbouw van de ondergrond van Nederland in detail beschreven.
Nomenclator Ondiep
De Nomenclator Ondiep behandelt de lithostratigrafische eenheden in de bovenste honderden meters van de ondergrond van het vasteland van Nederland. Het omvat de definities van de eenheden uit de paleogene, neogene en kwartaire afzettingen. Van iedere eenheid worden een beschrijving, een verbreidingskaart en de ligging van de stratotypes getoond. Een stratotype is een typelocatie van een ontsluiting of boring die als standaard geldt voor een bepaalde gesteentelaag. De beschrijving geeft informatie over de lithologie en de boven- en ondergrens van de betreffende lithostratigrafische eenheid. Verder worden per eenheid onder meer het afzettingsmilieu, de ouderdom en de relatie tot eerdere niet meer in gebruik zijnde indelingen behandeld.
Nomenclator Diep
De Nomenclator Diep behandelt de stratigrafische eenheden die worden onderscheiden in de devonische tot neogene afzettingen in de ondergrond van Nederland. De tekst is nu alleen beschikbaar in het Engels, maar de versie in het Nederlands is in voorbereiding. De basis van deze nomenclator is in 1980 gelegd met een gezamenlijke publicatie van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) en de Rijks Geologische Dienst (RGD). In de jaren hierna kwam er echter een grote hoeveelheid nieuwe gegevens beschikbaar door de exploratie naar olie en gas in Nederland, zowel op land als van onder de zeebodem. Hierdoor was het mogelijk en wenselijk de stratigrafie te blijven actualiseren.
Meer weten?
Meer achtergrondinformatie is te vinden op de pagina’s van de Nomenclator en de daar vermelde literatuur.