Een van de taken van TNO - Geologische Dienst Nederland is het beheren en verwerken van gegevens over de diepe ondergrond van Nederland en het Nederlandse deel van de Noordzee. Met behulp van de gegevens aangeleverd door de olie- en gasindustrie en met andere gegevens bouwen wij het 3D-model DGM-diep. Het gaat hier om de ondergrond dieper dan 500 meter.
Basisgegevens: seismiek en boringen
Voor DGM-diep worden seismische opnames (seismiek) benut die de lagenstructuur van de ondergrond inzichtelijk maken. Seismiek vertelt heel weinig over gesteente-eigenschappen, hiervoor worden de bijna 5.000 boringen gebruikt die zijn uitgevoerd voor de opsporing van delfstoffen zoals olie, gas en steenkool. Deze boringen gaan tot maximaal 6 kilometer diepte.
Hoe is het model opgebouwd?
DGM-diep is opgedeeld in een tiental geologische eenheden (groepen). De oudste gesteenten gaan terug tot ongeveer 340 miljoen jaar voor heden. Deze eenheden liggen niet altijd als een nette stapel papier op elkaar, maar zijn sterk vervormd door plooien en breuken. Dikke pakketten zout in de bodem tonen complexe structuren, zoals zoutkoepels en zoutpilaren. Het resultaat van de modellering is een lagenmodel dat de complexiteit zo nauwkeurig mogelijk weergeeft, inclusief de breuksystemen.
Toepassingen
Het model is van groot belang voor de ondersteuning van studies naar delfstoffen, zoals koolwaterstoffen en aardwarmte. Ook studies naar ondergrondse opslag voor bijvoorbeeld aardgas, olie, CO2 en water gebruiken DGM-diep. Tot slot dient DGM-diep als basis voor nieuw beleid op het gebied van ondergrondse ruimtelijke ordening. Er is namelijk een toenemende vraag naar ondergrondse ruimte waarbij de eigenschappen van de gesteenten een grote rol spelen.
DGM-diep bekijken
Wilt u meer weten over de diepe ondergrond van Nederland? DGM-diep is beschikbaar en kan via DINOloket en NLOG worden bekeken.